Zaak op rol bij Ondernemingskamer: geen ruimte voor kort geding bij rechtbank

In dit artikel:

Een bestuurder die moest wachten op behandeling van een geschil bij de Ondernemingskamer vroeg intussen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg in kort geding om schorsing van een medebestuurder. De voorzieningenrechter wees erop dat ingrijpende ingrepen in interne vennootschappelijke verhoudingen primair thuishoren bij de Ondernemingskamer, zeker wanneer een zaak daar al aanhangig is en de gevraagde maatregel feitelijk vooruitloopt op die procedure. Alleen bij uitdrukkelijk uitzonderlijke en aantoonbaar spoedeisende omstandigheden kan de civiele kortgedingrechter buiten de Ondernemingskamer optreden, en ook dan is grote terughoudendheid geboden. Ter context: de Ondernemingskamer (een speciale kamer van het gerechtshof) behandelt geschillen over bestuur en toezicht in vennootschappen; kort geding is een versnelde procedure voor urgente besluiten. De uitspraak benadrukt daarmee de scheiding in bevoegdheden en het hoge bewijs- en urgentieniveau dat nodig is om voorlopige maatregelen buiten de Ondernemingskamer te verkrijgen.