Woo-uitspraak over de toepassing van 'het goed functioneren van de overheid'

In dit artikel:

In een recente Woo-uitspraak benadrukte de rechter dat de uitzondering voor het “goed functioneren van de overheid” (art. 5.1, tweede lid, aanhef en onder i Woo) terughoudend moet worden toegepast. De beslissing onderstreept dat dit waarborgenartikel niet bedoeld is als een brede ontsnappingsclausule: een bestuursorgaan moet concreet en toetsbaar aantonen welk ernstig en waarschijnlijk nadeel bij openbaarmaking optreedt en waarom minder vergaande maatregelen (zoals gedeeltelijke openbaarmaking of redactie) onvoldoende zijn. De uitspraak legt ook de nadruk op het afwegen van het algemeen belang bij openbaarheid tegenover het beoogde schild van de uitzondering; publieke informatiebelangen kunnen zwaar genoeg wegen om openbaarmaking te verplichten. Praktische consequenties voor overheden zijn dat beslissingen beter moeten motiveren, recent en specifiek bewijs van toekomstig schade moeten leveren en alternatieven moeten overwegen. Voor verzoekers betekent de uitspraak dat bezwaren tegen weigeringen op deze grond vaker succesvol kunnen zijn wanneer de motivering vaag of algemeen blijft. Kortom: de rechter speelt een remmende rol op ruim taalgebruik van de uitzondering en bevordert een strengere toetsing ten gunste van transparantie.