Terra incognita
In dit artikel:
De nazomer wordt in het stuk getekend als het einde van de zorgeloze ‘komkommertijd’: een uitzonderlijk hete zomer met verwoestende bosbranden en veranderende vakantiekeuzes door klimaatimpact staat nog vers in het geheugen. Nederlands onderzoek waarschuwt dat de Atlantische circulatie (AMOC) mogelijk al rond 2060 kan stagneren, met verstrekkende gevolgen voor temperatuur, neerslag en zeespiegel — een kantelpunt dat volgens wetenschappers nog te vermijden is met doortastend beleid.
Tegelijk bood het internationale recht deze zomer een baken: op 23 juli gaf het Internationaal Gerechtshof op verzoek van de VN-Algemene Vergadering, aangezwengeld door eilandstaat Vanuatu en gesteund door meer dan 130 landen, een advies waarin het bestaan van een recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu wordt erkend en staten worden verplicht klimaatschade te beperken, uitstoot te reduceren, aan te passen en waar nodig schade te herstellen. De auteur ziet dit als een bemoedigend juridisch signaal, ook al bleef internationale samenwerking elders gebrekkig — bijvoorbeeld bij pogingen tot een plastics-akkoord, waar oliebelangen successen in de weg stonden.
De schrijver plaatst dit in de bredere geopolitieke context: oorlogen, aanvallen, hongersnood en het geweld tegen journalisten laten zien dat machtspolitiek vaak zwaarder weegt dan juridische normen. Die internationale verdeeldheid heeft directe invloed op de binnenlandse politiek in Nederland. Na het opstappen van minister Veldkamp en het wegvallen van NSC-bewindslieden viel het kabinet-Schoof voor de tweede keer. VVD en BBB zeggen verantwoordelijkheid te blijven nemen, maar hun reactie wordt als weinig overtuigend en te weinig leidend beoordeeld; het rompkabinet heeft slechts twee van de oorspronkelijke vier partijen en steunt op een smalle Kamerbasis (formeel 32 zetels, volgens peilingen feitelijk veel minder).
Een voorstel van D66 voor een kabinet van nationale eenheid strandde, en bereidheid van andere partijen om tijdelijk bewindspersonen te leveren ontbrak. Daardoor is het kabinet aangewezen op onderwerp-voor-onderwerp steun, waardoor verkiezingstijd het kabinet kwetsbaar kan maken voor partijen die vooral willen scoren bij hun achterban — zichtbaar in uitspraken en programma’s van onder meer Wilders en de BBB richting instituties als de NVWA en de Raad van State. Een ingezonden analyse in NRC (Meeus) wordt aangehaald: de komende verkiezingen moeten toetsen of partijen en leiders werkelijk kunnen samenwerken. Conclusie van de auteur: stilzitten is geen optie; samenwerking en daadkracht zijn dringend noodzakelijk, maar veel politieke leiders moeten dat nog leren — terra incognita.