Staat heeft als inlener zorgplicht voor Afghaanse oud-bewakers Nederlandse ambassade

In dit artikel:

De kantonrechter in Den Haag heeft op 2 september 2025 geoordeeld dat de Nederlandse Staat vervoer moet regelen om 42 Afghaanse oud-bewakers van de ambassade in Kabul en hun gezinsleden naar Nederland over te brengen. De rechter stelt dat de bewakers via de lokale dienstverlener Asman Abi aan de ambassade waren uitgeleend, waardoor de Staat als inlener een zorgplicht had volgens art. 7:658 lid 4 BW. Die zorgplicht is volgens het vonnis niet voldoende ingevuld; de Staat heeft daarmee onrechtmatig gehandeld en is aansprakelijk voor de schade die de bewakers hebben geleden en nog lijden.

De rechtbank legt daarbij gewicht in de schaal dat de Afghaanse bewakers door hun werkzaamheden doelwit zijn geworden van bedreigingen door de Taliban en zelfs na de machtsovername op verzoek van de Staat onder nog gevaarlijker omstandigheden de ambassade bleven beveiligen. Ook oordeelt de rechter dat de Staat ongerechtvaardigd onderscheid maakte door wél Hongaarse collega’s, die dezelfde taken vervulden en eveneens via Asman Abi waren ingehuurd, te evacueren, terwijl de Afghaanse bewakers die faciliteiten niet kregen.

De veroordeling is praktisch beperkt: de Staat moet alleen doen wat binnen zijn invloedssfeer ligt. Concreet betekent dit dat de Staat transportmiddelen beschikbaar moet stellen op tijd en plaats die de bewakers aangeven, en dat zij en hun gezinsleden (wettige echtgenoten/partners en afhankelijke minderjarige kinderen) in Nederland worden toegelaten om de geldende asielprocedures te doorlopen. De rechtbank benadrukt dat de Staat niet gehouden kan worden zaken te regelen die buiten zijn macht liggen, zoals het verschaffen van buitenlandse reisdocumenten. Deze uitspraak bevestigt dat de overheid als contractspartij aansprakelijk kan zijn voor bescherming van lokaal ingehuurd personeel.