Resultaatgerelateerde beloning bij letselschadezaken definitief toegestaan

In dit artikel:

Vanaf 1 januari 2026 mogen advocaten die letsel- en overlijdensschade behandelen structureel werken met resultaatgerelateerde honoraria (no cure no pay). De raad van afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft het langdurige experiment — dat sinds 2014 liep en meerdere keren verlengd werd — nu vastgelegd in de Verordening op de advocatuur (Voda).

De maatregel is bedoeld om mensen te helpen die geen recht hebben op gesubsidieerde rechtsbijstand maar ook zelf geen advocaat kunnen betalen, en om advocaten een beter alternatief te bieden voor commerciële letselschadebureaus. Evaluaties, waaronder een recent onderzoek in 2025, gaven geen principiële bezwaren; adviesorganen en het dekenberaad ondersteunen de definitieve invoering. Advocaten hoeven bij het sluiten van zulke overeenkomsten de deken bovendien niet meer te informeren.

Aan de regeling kleven strikte voorwaarden: het honorarium mag doorgaans tussen circa 25 en 35 procent van het behaalde resultaat liggen en het aantal bestede uren blijft mede bepalend voor de vergoeding. NOvA-bestuurder Else Loes Pasma noemt het aantal gevallen beperkt (ongeveer tachtig per jaar). Kritiek komt van enkele advocaten die waarschuwen voor belangenverstrengeling en mogelijke scope creep naar andere rechtsgebieden; de NOvA benadrukt dat de regeling bewust beperkt blijft tot een afgebakende groep rechtzoekenden.