Rechter die pleeggezin niet veilig vindt, moet plaatsing voorkomen of beëindigen
In dit artikel:
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat zowel rechters als gecertificeerde instellingen (GI) verplicht zijn te handelen wanneer een pleeggezin onvoldoende veilig wordt geacht voor een minderjarige. Als een rechter tot die conclusie komt, moet hij zodanig beslissen dat plaatsing in het pleeggezin wordt voorkomen of dat een bestaande plaatsing wordt beëindigd. Evenzo moet een GI – wanneer het gaat om een kind dat onder haar toezicht of voogdij staat – afzien van plaatsing in een pleeggezin of van voortzetting daarvan als de veiligheid niet gegarandeerd is. De uitspraak is gegeven naar aanleiding van prejudiciële vragen over de rechtsbescherming van kinderen in pleeggezinnen en over de positie van ouders bij beëindiging van het ouderlijk gezag. De beslissing benadrukt dat de bescherming van het kind centraal staat en legt verplichtingen op aan zowel de rechterlijke macht als aan uitvoeringinstanties bij plaatsingsbeslissingen.