Rechtbank wijst vorderingen inwoners Amazonegebied en hun vereniging af
In dit artikel:
De rechtbank Rotterdam heeft op 24 september 2025 het eindvonnis gewezen in een vier jaar lopende zaak van inwoners van het Braziliaanse Amazonegebied en hun vereniging tegen Norsk Hydro. De eisers stelden dat zij al decennia door milieuverontreiniging rond de aluminiumoxideraffinaderij van Hydro’s Braziliaanse werkmaatschappijen Alunorte en Albras werden getroffen en wilden het Noorse moederbedrijf en zes Nederlandse dochters als (indirecte) aansprakelijke partijen aanspreken.
De rechtbank wees de vorderingen af. Een groot deel van de claims bestrijkt gebeurtenissen uit 2002–2018 en is volgens de rechter verjaard. Voor twee incidenten uit 2009 en 2018 nam de rechtbank geen definitief standpunt in. Vaststaat dat in 2009 een reservoir met vervuild afvalwater is overgestroomd, waarbij schade aannemelijk kan zijn; over wat er in 2018 precies is gebeurd bestaat onenigheid en deskundigenrapporten brengen geen eenduidige vaststelling. De rechtbank besloot niet verder feiten te onderzoeken omdat de gedagvaarde entiteiten niet de Braziliaanse exploitanten zijn maar het Noorse moederhuis en Nederlandse dochters.
Hoewel het Braziliaanse recht aansprakelijkheid van indirecte vervuilers kent, oordeelde de rechtbank dat de bewijsvoering onvoldoende is om te tonen dat de gedaagde bedrijven zodanig betrokken waren als dat recht vereist. Belangrijk daarbij was dat deze moeder‑ en dochtermaatschappijen feitelijk bijna geen operationele betrokkenheid hadden bij bauxietwinning en -verwerking in Brazilië.