Reactie Kroniek Aansprakelijkheidsrecht

dinsdag, 26 augustus 2025 (11:19) - Het advocatenblad

In dit artikel:

In een bijdrage in de Kroniek Aansprakelijkheidsrecht van 4 juli 2025 bespraken advocaten van Ploum het hofarrest in de klimaatzaak van Milieudefensie c.s. tegen Shell. Mieke Reij (Paulussen Advocaten), die in hoger beroep één van de raadsheren van Milieudefensie c.s. was, reageert fel: de kroniek geeft volgens haar een vertekend en op enkele punten onjuist beeld van de uitspraak, laat wezenlijke overwegingen weg en wekt ten onrechte de indruk dat het hof vooral uit terughoudendheid tegenover de politiek het gevorderde reductiebevel heeft afgewezen.

Belangrijkste inhoudelijke correcties en feiten die Reij benadrukt:
- Het hof heeft wél een zelfstandige maatschappelijke zorgvuldigheidsverplichting aangenomen voor grote ondernemingen als Shell: bedrijven die substantieel bijdragen aan het klimaatprobleem hebben een eigen verplichting om hun CO2-uitstoot te beperken. Die verplichting kan bestaan ook bij afwezigheid van expliciete publiekrechtelijke regels.
- De afwijzing van het concrete reductiebevel berustte niet op een algemene beleids‑ of trias-politica‑terughoudendheid, maar op het praktische probleem dat er geen voldoende wetenschappelijke consensus of eenduidige cijfers waren om een concreet, individueel reductiepercentage voor Shell vast te stellen. Het hof heeft klimaatwetgeving onderzocht, maar geoordeeld dat die niet uitputtend was; daarna is gezocht naar klimaatwetenschappelijke maatstaven voor bedrijfsspecifieke reducties, en die boden onvoldoende houvast.
- Scope‑3‑emissies (uitstoot bij gebruik van verkochte producten) zijn volgens het hof wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid van Shell; het arrest concludeert niet dat juridische of feitelijke onmacht dit aansprakelijkheidsbegrip uitsluit. Het hof overwoog ook niet dat een Scope‑3‑plicht per se zou leiden tot marktverstoring of “carbon leakage”. De praktische reden om het bevel te weigeren was dat een verplichting mogelijk niet effectief zou zijn: Shell zou bijvoorbeeld de handel in producten van derden kunnen verminderen in plaats van eigen productie te verlagen, waardoor de mondiale CO2‑uitstoot niet noodzakelijk afneemt.
- Essentiële elementen uit de uitspraak werden in de kroniek niet genoemd: de expliciete beschrijving van klimaatverandering als “het grootste probleem van deze tijd”, de erkenning dat bescherming tegen gevaarlijke klimaatverandering een mensenrecht is, de conclusie dat mondiale emissies tegen 2030 drastisch moeten worden gereduceerd, en waarschuwingen over het carbon lock‑in‑effect en de vraag of investeringen in nieuwe olie‑ en gasvelden verenigbaar zijn met de maatschappelijke zorgvuldigheid.

Verder wijst Reij op een belangenverstrengeling en gebrekkige transparantie: één van de kroniek‑auteurs, mr. Janssens, was niet bij het hoger beroep betrokken maar is inmiddels betrokken bij Stichting Milieu & Mens, die zich in cassatie bij Shell wil aansluiten; die betrokkenheid wordt pas in een eindnoot vermeld.

Reij roept lezers op zelf het arrest te raadplegen en vraagt om meer neutrale, zorgvuldige verslaggeving in rechtskundige kronieken. Ze onderstreept dat er ruimte is voor debat, maar dat men geen eigen interpretaties als hofslachtoffers mag presenteren, vooral niet in een zaak met grote juridische en maatschappelijke impact die nog in cassatie is.