Passanten in de huisartsenpraktijk

In dit artikel:

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Bosch heeft in een uitspraak vraagtekens geplaatst bij de reikwijdte van de zorgplicht van huisartsen tegenover passanten — mensen die niet als patiënt bij de praktijk zijn ingeschreven — en specifiek hoe die zorgplicht moet worden ingevuld bij een spoedeisende situatie. De zaak draait om de verantwoordelijkheid van de huisarts om hulp te bieden of adequate eerstelijnszorg te organiseren voor niet-geregistreerden die acuut zorg nodig hebben. Hoewel de uitspraak zelf in het artikel niet in detail wordt genoemd, betreft het een juridische afweging tussen directe hulpverlening, adequate triage en het inschakelen van gespecialiseerde zorg (bijvoorbeeld ambulance of SEH). Voor huisartsen heeft zo’n beslissing praktisch belang: zij schetst grenzen en verwachtingen van hun plicht om passanten in nood bij te staan, en geeft aanwijzingen voor handelen in acute gevallen om disciplinaire gevolgen te vermijden. In bredere zin onderstreept het dossier dat medische beroepsregels en tuchtrecht een rol blijven spelen bij de afweging of en hoe een huisarts buiten zijn vaste patiëntenbestand moet optreden.