Opinie: 'De afbouw van de hypotheekrenteaftrek is onvermijdelijk'
In dit artikel:
Notaris Geert Janssen (MAES notarissen) pleit in een opiniestuk voor het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek in Nederland. Hij stelt dat wat ooit bedoeld was als stimulans voor eigenwoningbezit inmiddels fungeert als prijsopdrijvende subsidie die de toegang tot de koopmarkt belemmert en de rijksfinanciƫn flink belast. Het belastingvoordeel zou huiseigenaren in staat stellen meer te lenen, waardoor de huizenprijzen kunstmatig zijn opgestuwd en starters weinig profijt hebben terwijl zij juist de dupe zijn van de hoge prijzen.
Janssen noemt meerdere recente signalen die deze analyse ondersteunen: de Algemene Rekenkamer en een OESO-rapport (juli) wijzen op de beperkte doeltreffendheid en de hoge kosten van de regeling. De aftrek kost volgens hem meer dan 11 miljard euro per jaar en behoort daarmee tot de grootste en minst efficiente fiscale voordelen. Politiek is het taboe rond hervorming verdwenen; leiders van de grootste partijen hebben inmiddels aangegeven bereid te zijn de regeling aan te pakken, waardoor afschaffing steeds waarschijnlijker wordt.
De notaris bepleit geen plotselinge afschaffing, omdat dat de markt zou destabiliseren en veel huishoudens in de problemen kan brengen. In plaats daarvan pleit hij voor een geleidelijke, sociaal afgewogen afbouw: eerst de hogere inkomens aanpakken (zij benutten de aftrek het meest en kunnen het verlies beter dragen), en voor lagere en middeninkomens of starters overgangsregelingen of tijdelijke compensatie bieden. Zo kan overbieden afnemen, doorstroming verbeteren, gezinnen en ouderen gemakkelijker verhuizen en de druk op de huurmarkt verminderen. Bovendien zou de staat met de vrijgekomen middelen kunnen investeren in woningbouw, infrastructuur en defensie.
Tot slot wijst Janssen op het belang van heldere communicatie en stapsgewijze uitvoering. Het kabinet zou het proces ruim van tevoren moeten aankondigen, met een onafhankelijke commissie die effecten op prijzen, koopkracht en doorstroming monitort en bijsturing mogelijk maakt. Een beheerste afbouw ziet hij als zowel een oplossing voor de woningmarkt als een noodzakelijk begrotingsinstrument; tegenhouden van die wijziging zou stagneren in een van de belangrijkste actuele politieke dossiers.