NOvA-ledenvergadering stemt in met moties over Gaza

In dit artikel:

In Utrecht zette een ingelaste ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), op basis van artikel 37 van de Advocatenwet, dinsdagavond de toon in het debat over Gaza. Van de 329 aangemelde advocaten waren er 220 aanwezig; het was de eerste keer dat artikel 37 werd gebruikt om een bijeenkomst af te dwingen. De vergadering leidde tot vier aangenomen, niet-bindende moties die oproepen tot stellingname tegen schendingen van het internationale recht door Israël en steun betuigen aan getroffen collega’s.

De moties spraken onder meer solidariteit uit met de Palestijnse Orde van Advocaten (153 voor, 59 tegen), verzochten de NOvA de FBE-verklaring over mogelijke schendingen door Israël te onderschrijven (143 voor, 67 tegen), bepleitten de instelling van een commissie die adviseert over betrokkenheid van advocaten bij onwettige activiteiten (131 voor, 77 tegen) en keurden Amerikaanse sancties tegen medewerkers van het Internationaal Strafhof af (150 voor, 60 tegen). Hoewel de besluiten niet bindend zijn, verwachten initiatiefnemers dat ze druk uitoefenen op de algemene raad om te reageren.

Het debat was scherp verdeeld: initiatiefnemers van “Advocaten voor Vrede” benadrukten dat het om handhaving van internationaal recht ging en niet om politiek, terwijl tegenstanders — onder wie Femmetje de Wind (ABCLegal) — waarschuwden dat politieke uitspraken de verplichte, publiekrechtelijke Orde haar neutraliteit kunnen kosten en selectieve aandacht voor Gaza problematisch vinden. De NOvA zei de ruimte voor discussie te waarderen; de vervolgstappen blijven onderwerp van overleg.