Nieuw beoordelingskader verzoeken wijziging basisregistratie personen

In dit artikel:

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een overzichtsuitspraak van 22 oktober 2025 verduidelijkt hoe gemeenten moeten omgaan met verzoeken tot rectificatie van identiteitsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). De stof betreft vooral situaties waarbij aanvragers buitenlandse documenten overleggen waarvan de juistheid en herkomst niet eenvoudig vast te stellen zijn, met grote praktische gevolgen voor bijvoorbeeld uitkeringen, justitiële registratie en verblijfsrechten.

De Afdeling introduceert een driestappenkader met een duidelijke verdeling van bewijslast:
- Stap 1: de aanvrager moet aannemelijk maken dat het ingebrachte papier een brondocument is — een officieel buitenlands document (zoals een geboorteakte of paspoort; onder voorwaarden ook kopieën of uittreksels).
- Stap 2: is vastgesteld dat het een brondocument is, dan geldt in beginsel dat de inhoud rechtsgeldig is; twijfelt het college, dan moet het college aantonen dat de buitenlandse instantie geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan.
- Stap 3: de aanvrager moet aantonen dat de gegevens in het document daadwerkelijk op hem/haar slaan; bij gemotiveerde twijfel van het college rust de bewijslast dus op de aanvrager (bijvoorbeeld met DNA).

ECLI: NL:RVS:2025:4980.