Nederlandse rechtbank behandelt uitzonderlijke zaak rond internationale mensensmokkel

In dit artikel:

De rechtbank in Zwolle is maandag begonnen aan de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de Eritreeër Amanuel W., die het Openbaar Ministerie ziet als het hoofd van een omvangrijk mensensmokkel- en uitbuitingsnetwerk. Centraal in de eerste zittingsdag stond de vraag of Nederland überhaupt rechtsmacht heeft: de verdediging (onder meer advocaten Simcha Plas en Jordi L’Homme) betoogde dat alle strafbare feiten zich in Libië zouden hebben voorgedaan en dat de slachtoffers oorspronkelijk geen Nederlanders zijn. De rechtbank besliste dat de bevoegdeheid tijdens het proces nader wordt behandeld en wees een beroep op ne bis in idem af omdat een eerdere Ethiopische veroordeling volgens de rechter andere slachtoffers betrof.

De identiteit van de verdachte blijft onzeker; W. ontkent de gezochte persoon te zijn, heeft geen officiële papieren en zou tientallen aliassen hebben gebruikt. De rechter noemde vaststelling van zijn identiteit problematisch, mede doordat Eritrese autoriteiten geen documenten verstrekken.

Volgens het OM leidde W. tussen 2015 en 2018 een netwerk dat honderden Eritreeërs ontvoerde, martelde, verkrachtte en afperste langs de zogenoemde ‘Dodenroute’ via Soedan en Libië, met detentie en foltering in onder meer Bani Walid en vrijlating alleen na betaling van losgeld. De rechtbank heeft negen zittingsdagen gereserveerd voor het 25.000 pagina’s tellende dossier.