Management fee vs. arbeidsovereenkomst: een fiscale duiding van het Hof
In dit artikel:
Het gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden heeft een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland overruled en geoordeeld dat een BV‑bestuurder voor de belastingheffing wél als werknemer moet worden aangemerkt, ondanks dat de schriftelijke overeenkomst anders luidde. De zaak draait om de fiscale kwalificatie van de rechtsverhouding: het hof hecht meer gewicht aan de feitelijke uitvoering van werkzaamheden en de werkelijkheid van de arbeidsrelatie dan aan de formele contractstekst.
Voor de praktijk is dit belangrijk omdat de kwalificatie gevolgen heeft voor loonheffingen, sociale premies en werkgeversverplichtingen; als iemand fiscaal als werknemer geldt, moet de werkgever onder meer loonbelasting inhouden en aangiften doen. De uitspraak benadrukt het bekende principe “substantie boven vorm”: bij twijfel kijkt de Belastingdienst (en de rechter) naar hoe partijen werkelijk hebben gehandeld. Ondernemingen en bestuurders wordt aangeraden hun arbeidsrelaties en contracten kritisch te toetsen en waar nodig aan te passen om fiscale verrassingen en navorderingen te voorkomen.