Legal Talent Survey 2025: Jonge juristen kiezen voor de advocatuur, maar verlangen balans en sfeer
In dit artikel:
De Legal Talent Survey 2025, waaraan 407 rechtenstudenten meededen, bevestigt dat de advocatuur onverminderd populair blijft: 87% ziet het als serieuze eerste carrièrestap. Daarna volgen corporate-jurist (41%) en rechterlijke macht (36%). Voor het eerst kiest meer dan een kwart zonder twijfel voor het vak, maar de bekende zorg blijft: 53% noemt een slechte work‑life balance als belangrijkste reden voor twijfel.
De respondenten komen vooral van Nederlandse universiteiten; onder bachelorstudenten zijn Leiden (25%) en Utrecht (23%) het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door Amsterdam, Nijmegen, Rotterdam en Groningen. Nederlands recht is verreweg de meest gekozen richting (58%), met privaatrecht als grootste specialisatie (30%). Notarieel en fiscaal recht volgen met respectievelijk 19% en 12%; Europees/internationaal recht blijft een kleine groep (6%). Cijfers tonen dat bachelorstudenten gemiddeld een 7–8 halen en dat bijna 80% verwacht binnen twee jaar hun master af te ronden.
Belangrijke selectiecriteria bij kantoorkeuze zijn primair sfeer en collega’s, daarna opleidingsmogelijkheden en carrièreperspectief; arbeidsvoorwaarden als pensioen en vakantiedagen wegen minder zwaar. Ruim 64% heeft een voorkeur voor grote Nederlandse kantoren boven kleine of nichepraktijken. De aantrekkingskracht van Angelsaksische of internationale kantoren neemt iets af (10% dit jaar versus 13% vorig jaar). Qua naamsbekendheid scoren De Brauw en Stibbe het hoogst; Loyens & Loeff, Houthoff en internationale namen als A&O Shearman en Baker McKenzie volgen. Van Doorne en Clifford Chance zien een stijging in herkenning onder studenten.
Over werktempo en flexibiliteit tonen studenten voorkeur voor gematigde hybdride modellen: twee derde wil één à twee dagdelen per week thuiswerken, en slechts 1% wil meer dan de helft van de tijd remote zijn. Studenten zijn actief in werving: gemiddeld nemen zij aan meer dan zes activiteiten per jaar deel; stages en werkstudentschappen worden als het meest waardevol ervaren, online activiteiten als webinars minder.
Wat de loopbaanverwachting betreft is de groep realistischer: 31% verwacht 1–4 jaar bij de eerste werkgever te blijven, 44% 4–6 jaar en 25% langer. Belangrijk signaal voor kantoren: 56% zou vertrekken als het werk structureel ten koste gaat van het privéleven. Conclusie: wie talent wil aantrekken moet naast inhoudelijke kwaliteit ook investeren in een positieve werksfeer, goede begeleiding en reële flexibele werkmodellen.