Is een advocaat aansprakelijk als zijn cliënt onbedoeld aan een schikking gebonden is?

In dit artikel:

Twee aandeelhouders van een ICT-dienstverlener voerden via e-mail schikkingsonderhandelingen over verkoop van aandelen en een relatie- en concurrentiebeding. Iedere partij had een advocaat; de bedoeling was eerst overeenstemming op hoofdlijnen en pas later een ondertekende schriftelijke vaststellingsovereenkomst. Tijdens de correspondentie wees de advocaat van het ICT‑bedrijf een voorstel af en deed twee tegenopties. De advocaat van de tegenpartij meldde dat zijn cliënt akkoord kon gaan met optie één en vroeg wanneer de conceptovereenkomst kon worden gestuurd. Er werden concepten heen en weer gestuurd, maar er is nooit getekend.

In een daaropvolgende procedure oordeelde een rechter dat partijen wél gebonden waren door de schikking. De aandeelhouder die daartegen bezwaar maakte, stapte vervolgens naar zijn eigen advocaat en verweet hem onzorgvuldig handelen tijdens de onderhandelingen. De rechtbank Den Haag (16 juli 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:13179) achtte de advocaat aansprakelijk: hij heeft zijn zorgplicht geschonden door onvoldoende maatregelen te treffen om te voorkomen dat zijn cliënt onbedoeld juridisch was vastgelegd. De rechtbank erkent wel dat absolute zekerheid niet altijd mogelijk is, maar stelt dat de advocaat eenvoudig duidelijker had kunnen maken dat het om een verkennend voorstel ging en dat definitieve gebondenheid afhankelijk was van een later ondertekend document.

Praktische les: bij onderhandelingen waarbij eerst een akkoord op hoofdlijnen wordt beoogd en pas later een schriftelijke overeenkomst bindend moet zijn, moet de advocaat expliciet en schriftelijk aangeven dat voorstellen voorlopig zijn en dat finale instemming pas ontstaat bij ondertekening. Gebruik van duidelijke voorbehouden (bijv. “onder voorbehoud van schriftelijke vaststelling” of “subject to contract”) en expliciete bevestiging van de stappen kan voorkomen dat een cliënt onbedoeld aan een regeling wordt gehouden.