Hoge Raad verduidelijkt grens tussen boedel en maatschappelijke betamelijkheid

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft recent een principiële vraag in het insolventierecht behandeld: of een curator persoonlijk op grond van onrechtmatige daad kan worden verplicht verontreinigde zaken te verwijderen die vóór het faillissement door natrekking onderdeel van het failliete vermogen zijn geworden. De uitspraak spitst zich toe op de verhouding tussen de boedelverantwoordelijkheid van de curator — zijn zorg voor en beheer van het faillissement — en diens maatschappelijke zorgplicht tegenover derden, zoals verhuurders of naastgelegen grondeigenaren die hinder of schade ondervinden. De zaak raakt aan praktische issues als wie de kosten van sanering draagt, welke prioriteit crediteuren hebben en hoe ver de curator kan gaan in beschermende maatregelen zonder de boedel te benadelen. De beslissing brengt meer duidelijkheid over de grenzen van curatoren aansprakelijkheid en kan gevolgen hebben voor toekomstig insolventie- en milieubeheer.