Hoge Raad over rechtskeuze en bestuurdersaansprakelijkheid in een internationale context

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft in een arrest van belang voor internationaal privaatrecht geoordeeld over de rechtskeuze in een cognossement: partijen hadden (primair) een Amerikaanse federale wet van toepassing verklaard, met Nederlands recht als aanvullend recht. Eiseres betoogde dat dit niet toelaatbaar zou zijn onder de Rome I-verordening omdat de Amerikaanse regels mogelijk in strijd zijn met dwingend Nederlands recht. De Hoge Raad overweegt dat art. 3 lid 1 Rome I niet uitsluit dat partijen slechts een deel van een staatsrechtstelsel kiezen; het gekozen Nederlandse recht heeft in dat geval slechts aanvullende werking. Het arrest zet daarmee een precedent voor de grens tussen partijautonomie en de werking van dwingende nationale normen bij internationale contracten.