Hoge Raad: kantoor moet kosten beroepsopleiding advocaat-stagiaire betalen

woensdag, 1 oktober 2025 (12:15) - Nederlands Juristenblad

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft op 26 september 2025 beslist dat de Beroepsopleiding Advocatuur kwalificeert als scholing die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van advocaat‑stagiaire. Daardoor rust op het advocatenkantoor als werkgever een wettelijke verplichting om die opleiding kosteloos aan te bieden. Een tussen werkgever en werknemer overeengekomen studiekostenbeding — waarin is afgesproken dat (deels) terugbetaling van opleidingskosten door de advocaat‑stagiaire plaatsvindt — is volgens de uitspraak niet geldig.

De zaak kwam tot de Hoge Raad nadat het hof Den Haag prejudiciële vragen stelde (ECLI:NL:GHDHA:2024:1877) in een geschil waarbij een advocaat‑stagiaire op staande voet werd ontslagen en het kantoor terugbetaling van de kosten van de beroepsopleiding eiste. De Hoge Raad oordeelde dat de beroepsopleiding verplicht is en direct gericht op het werk van de stagiaire (training on the job), en dat zowel nationaal als Europees recht meebrengt dat noodzakelijke werkgerelateerde scholing zonder kosten voor de werknemer moet zijn.

Praktische consequentie: werkgevers kunnen niet via een stammend studiekostenbeding de financiële last van verplichte, werkgebonden opleidingen bij (toekomstige) advocaten‑stagiaires leggen; dergelijke clausules zijn nietig. Deze lijn kan ook betekenis hebben voor andere verplichte, functierelevante opleidingen.