Hoe strafrechters tot hun oordeel komen: onderzoek toont uiteenlopende werkwijzen
In dit artikel:
Uit een onderzoek van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat strafrechters sterk uiteenlopende manieren hanteren om tot hun oordeel te komen in strafzaken. In interviews met 22 rechters kwamen diverse invloeden aan bod, zoals hun persoonlijke achtergrond, het gedrag van procesdeelnemers en media-aandacht. Hoewel zelfreflectie en collegiaal overleg vaak worden ingezet om deze invloeden te beheersen, ontbreekt een gestructureerde aanpak hiervoor. Verder blijken de rechters uiteenlopende opvattingen te hebben over begrippen als persoonlijke overtuiging, de actieve rechter en rechterlijke dwalingen. Vervolgonderzoek kan duidelijk maken of deze verschillen daadwerkelijk het vonnis beïnvloeden.
Het verminderen van onbewuste vooroordelen is een belangrijk aandachtspunt binnen de rechtspraak. Recent journalistenonderzoek toonde aan dat laagopgeleide verdachten met een migratieachtergrond vaker een gevangenisstraf krijgen dan hoogopgeleide verdachten zonder migratieachtergrond, een patroon dat ook uit eerdere studies naar voren komt. Naar aanleiding hiervan startte de Raad voor de rechtspraak eind vorig jaar een actieplan, om rechterlijke oordeelsvorming zichtbaarder te maken en verder te onderzoeken. Er is een projectteam opgericht dat met interne en externe deskundigen spreekt over vooroordelen, diversiteit en inclusie. Ook wordt via landelijke overleggen vakinhoudelijke aandacht gevraagd voor mogelijke patronen die wijzen op onbewuste vooroordelen. Daarnaast werkt het SSR, het opleidingsinstituut voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie, aan uitgebreidere scholing over deze thema’s. Hiermee zet de rechtspraak concrete stappen om de eerlijkheid en transparantie in strafrechtelijke beoordelingen te verbeteren.