'Hoe kunstmatige intelligentie de vorming en rol van jonge advocaten verandert'
In dit artikel:
Minesh Tanna, partner litigation bij Simmons & Simmons in Londen en hoofd van de internationale AI-groep, waarschuwt dat kunstmatige intelligentie ingrijpende gevolgen zal hebben voor de advocatuur — vooral voor de opleiding van jonge advocaten. Waar vroeger het doorploegen van bewijsstukken, documentanalyse en jurisprudentieonderzoek de leerschool vormden voor toekomstige partners, dreigt die praktijk nu grotendeels door AI te worden overgenomen. Tanna vreest dat zonder dat basiswerk het intuïtieve gevoel voor bewijs en processtrategie niet vanzelf ontstaat en dat opleiding daarom doelbewust opnieuw vormgegeven moet worden.
Hij verwacht geen plotselinge omwenteling, maar een geleidelijke transformatie. De traagheid komt volgens hem voort uit de conservatieve cultuur van de sector: veel kantoormedewerkers onderschatten de impact of denken foutief dat hun werk veilig is. Tegelijk wijst Tanna op historisch vergelijkbare verschuivingen, zoals bij e-discovery, toen bulkwerk ook door algoritmen werd overgenomen en prijsmodellen moesten veranderen. Nu ziet hij een verdere verschuiving van uurtarieven naar vaste prijzen, abonnementen en succesvergoedingen; het resterende werk wordt minder in volume maar waardevoller, mogelijk met hogere tarieven voor echte specialisten.
In zijn eigen praktijk pakt hij de opleiding en veiligheidsrisico’s actief aan: verplichte trainingen in AI-geletterdheid en een interne digitale assistent, Percy, zodat advocaten kunnen oefenen zonder vertrouwelijke data te riskeren. Daarbij betrekt zijn kantoor juristen zelf bij de ontwikkeling van toepassingen, om weerstand te verminderen en acceptatie te vergroten. Veel andere kantoren blijven achter — sommigen anticiperen, anderen doen vrijwel niets — een houding die Tanna vergelijkt met kantoren uit de jaren tachtig die geen computers wilden gebruiken.
Belangrijke zorgen zijn vertrouwelijkheid en aansprakelijkheid: het risico dat cliëntgegevens onbedoeld in externe systemen terechtkomen is reëel, en bias of foutieve AI-uitkomsten blijven bestaan. Tanna vindt dat je technologie niet bij de eerste fout moet afschrijven; net zoals een junior fouten mag maken en daarvan leert, moet men leren hoe AI verantwoord in te zetten. Daarom pleit hij voor brede AI-geletterdheid in de sector en voor transparantie naar cliënten, die soms AI verbieden en soms juist het gebruik verwachten.
Verder voorziet Tanna structurele veranderingen in de personeelsmix van kantoren: minder traditionele advocaten maar meer technologen en datawetenschappers, waardoor kantoren technischer van opzet worden. Op juridisch en ethisch vlak verwacht hij toekomstige debatten, onder meer over een beperkte rechtspersoonlijkheid van AI-systemen om aansprakelijkheid praktisch te regelen. Voor hem draait alles uiteindelijk om het waarborgen van de vorming van de volgende generatie advocaten: als routinetaken verdwijnen, moet de sector alternatieve manieren bieden om het vakmanschap en het instinct dat goede advocaten maakt te behouden.