Geen wettelijke grondslag voor inzage in oud jeugddossier bij gerechten

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft op 9 mei 2025 geoordeeld dat jeugdigen die in hun jeugd betrokken waren bij jeugdbeschermingszaken niet automatisch recht hebben op inzage in hun eigen dossier op basis van de huidige wet- en regelgeving. Dit speelde in een zaak voor de rechtbank Rotterdam, waar werd gevraagd of er een wettelijke grondslag bestaat om voormalige jeugdige procespartijen toegang te geven tot de stukken uit civiele familie- of jeugdprocedures nadat deze zijn afgerond. Volgens de Hoge Raad biedt artikel 29 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) derden geen vrij toegang tot procesdossiers, behalve tot vonnissen en bij de uitspraak gevoegde stukken, terwijl de Wet open overheid (Woo) niet van toepassing is op gerechten en dus ook geen uitkomst biedt. De uitspraak suggereert dat de huidige regelgeving tekortschiet in het waarborgen van transparantie voor betrokken jeugdigen, wat aanleiding zou kunnen zijn tot wetswijzigingen om hun inzagerecht te verbeteren.