Geen verlies recht op uitkering na misleiding bij aangaan verzekering
In dit artikel:
De Hoge Raad heeft op 4 juli 2025 geoordeeld dat een vrouw die een WAM-verzekeraar heeft misleid bij het afsluiten van een autoverzekering toch recht behoudt op schadevergoeding als slachtoffer van een verkeersongeval. In de zaak ging het om een vrouw die ernstig en blijvend letsel opliep als passagier bij een eenzijdig ongeluk. Zij had de auto op naam van iemand anders verzekerd, nadat haar eigen aanvraag was afgewezen, en daarbij onjuiste informatie verstrekt. De verzekeraar weigerde uitkering vanwege deze misleiding.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wees de schadevergoeding af omdat de vrouw volgens hen de mededelingsplicht schond en het onaanvaardbaar was dat ze zou profiteren van deze opzettelijke misleiding. Tegen deze uitspraak stelde de vrouw cassatie in bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad vernietigde echter het vonnis van het hof. Zij benadrukte dat de WAM-regeling gebaseerd is op Europese richtlijnen die de bescherming van slachtoffers centraal stellen. Volgens het Europees Hof van Justitie (HvJ EU) dient het slachtoffer in dit soort gevallen te worden erkend als een benadeelde met een zelfstandig recht op vergoeding, ongeacht mogelijke misleiding richting de verzekeraar. Een weigering van uitkering is alleen toegestaan bij misbruik van het EU-recht, wat hier niet aan de orde was.
De onjuiste informatie was gegeven met het doel een verzekering af te sluiten, niet om onterecht een uitkering te claimen. Daardoor sluit de Hoge Raad uit dat sprake is van misbruik van het Unierecht. Hiermee wordt het beschermingsdoel van de WAM-richtlijn voor verkeersslachtoffers gewaarborgd, ook als zij vooraf onjuiste gegevens verstrekken bij het afsluiten van de verzekering. Deze uitspraak verduidelijkt dat het Europese recht in dergelijke gevallen voorrang heeft op nationale regels die schadevergoeding wegens misleiding zouden kunnen uitsluiten.