Column - Barbertje hangen is niet verstandig: effectief ingrijpen na bedrijfsschandalen
In dit artikel:
Francien Rense, partner in de corporate defense-praktijk van Greenberg Traurig, waarschuwt dat we bij bedrijfsschandalen te snel naar één persoon wijzen en te weinig de organisatie zelf als eerste aanspreekpunt nemen. Naar aanleiding van de recente belangstelling voor bedrijfsschandalen — van TV-series als Chernobyl, Bad Blood en Toxic Town tot een FD-serie over vergeten affaires — en geïnspireerd door Duncan Mavin’s boek over de val van Credit Suisse, pleit zij voor een fundamenteel andere blik op verantwoordelijkheid.
Rense erkent dat wanbeleid en mismanagement gestraft moeten worden, maar stelt dat het publieke en bestuurlijke instinct om “Barbertje te hangen” vaak voortijdig en contraproduktiv is. In veel gevallen ligt de wortel van problemen niet primair bij individuele bestuurders, maar in marktprikkels, organisatiestructuren en culturen die verkeerde keuzes stimuleren — denk aan kortetermijnincentives of beloningssystemen die risico’s vergroten. Zulke systemische oorzaken zijn niet louter met het straffen van een persoon te bestrijden; ze vragen structurele ingrepen op organisatieniveau.
Praktisch betekent dit volgens Rense dat toezichthouders, media en aandeelhouders eerst het gesprek met de onderneming zelf moeten voeren: geef de organisatie de kans om inzicht te verschaffen, herstelmaatregelen te nemen en haar governance aan te pakken. Dat gesprek moet niet eindeloos worden uitgesteld, maar het moet wél het startpunt zijn. Pas daarna kan en moet worden bekeken in hoeverre individuen aansprakelijk zijn — als resultaat van dat bredere onderzoek, niet als doel op zichzelf.
Rense waarschuwt ook voor de schadelijke neveneffecten van al te snelle arrestaties van individuele leidinggevenden: angst, verlammen van besluitvorming en verlies van talent kunnen het vermogen van een organisatie om te herstellen juist ondermijnen. Individuen die naar eer en geweten binnen een systeem functioneren verdienen bescherming zolang de organisatorische context een grote rol speelt. Tegelijk blijft zij voorstander van doeltreffende handhaving: waar nalatigheid of opzet vaststaat, moeten er consequenties volgen.
Kort samengevat pleit Rense voor een gelaagde, contextgevoelige aanpak van bedrijfsschandalen: eerst een serieus, dwingend maar constructief gesprek met de organisatie, daarna — indien nodig — gerichte acties tegen verantwoordelijken. Door organisaties in staat te stellen schoon schip te maken en echte structurele problemen aan te pakken, vergroot je de kans op duurzaam herstel en voorkom je dat individuele koppen als simplistische bliksemafleiders dienstdoen. Ze sluit af met een oproep om leiders die oprecht willen herstellen te koesteren en om handhavers en media terughoudender en zorgvuldiger te laten opereren.