Big tech’s threat to European speech
In dit artikel:
Begin september stuurden meer dan dertig Europese academici een brief aan het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden naar aanleiding van een hoorzitting over “Europe’s Threat to American Speech and Innovation”. De aanleiding van de hoorzitting was Europese regelgeving voor de techsector, met name de Digital Services Act (DSA), die sinds februari 2024 volledig van kracht is. Amerikaanse politici plaatsten de DSA neer als een bedreiging voor vrije meningsuiting en innovatie in de VS.
De zitting begon met verwijzing naar een brief van oud-eurocommissaris Thierry Breton aan X-eigenaar Elon Musk. Breton uitte daarin zorgen over een aangekondigd interview met Republikeins presidentskandidaat Trump op X; de voorzitter van de hoorzitting bestempelde die interventie als ongewenste Europese inmenging in Amerikaanse verkiezingen. De Europese academici reageren scherp: zij beschuldigen Breton ervan zijn bevoegdheden en de reikwijdte van de DSA te veel op te rekken. Volgens hen blijft de DSA inhoudsneutraal en legt zij platforms alleen verplichtingen op zodra er kennis is van ‘illegale’ content; daarvoor biedt de wet juist een uitgebreide vrijwaring van aansprakelijkheid.
De kern van het probleem volgens het artikel is dat platforms inmiddels wél “een boodschap” hebben bij de content die zij verspreiden. Het verdienmodel van sociale media draait om maximale aandacht: profilering en algoritmes selecteren content die gebruikers langer vasthoudt, wat advertentie-inkomsten verhoogt. Die aandachtseconomie kan extremere, polariserende content bevoordelen. Recent onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam toont dat TikTok bijvoorbeeld miljoenen verdient aan extreemrechtse livestreams en dat donaties via die streams deels buiten de DSA-transparantieplicht vallen.
Het artikel schetst ook voorbeelden van politieke invloed door techbedrijven: Musk stuurde X-algoritmes richting MAGA-berichten en mengde zich in Duitse verkiezingsdiscussies; TikTok speelde een rol bij buitenlandse inmenging in een Roemeense presidentsrace; en Meta heeft in het verleden factcheckers teruggeschroefd na Amerikaanse verkiezingsperikelen.
Niet besproken tijdens de hoorzitting maar relevant is de aankomende EU-verordening over transparantie en gerichte politieke reclame, die op 10 oktober 2025 ingaat. Anders dan de DSA richt deze verordening zich expliciet op politieke advertenties en stelt strengere regels voor online targeting (toestemming van de gebruiker is vereist). Meta reageerde door alle politieke en maatschappelijke advertenties op zijn platforms te verbieden — een besluit dat vooral belangenorganisaties en NGO’s onzeker achterlaat.
Het verhaal eindigt met een ironische kanttekening: terwijl Big Tech de EU-regels bekritiseert als overregulering, nemen platformeigenaren soms zelf strengere maatregelen die de publieke communicatie juist inperken.