Ambtenaar verliest baan door nevenfunctie als advocaat-stagiair
In dit artikel:
Een ambtenaar bij een Nederlandse gemeente verloor zijn baan omdat hij naast een 36-urige gemeentelijke werkweek ook als advocaat-stagiair werkte zonder daarvoor vooraf toestemming te vragen. De werknemer stelde dat zijn ontslag samenhing met een door hem gemelde misstand en vroeg bescherming en een billijke vergoeding op grond van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk). Het gerechtshof oordeelde dat er geen formele melding van een vermoeden van een misstand is aannemelijk gemaakt: getuigen konden een dergelijke officiële tip niet bevestigen, zodat de wettelijke klokkenluidersbescherming niet van toepassing is.
Het hof merkte verder op dat de combinatie van 36 uur bij de gemeente en 24 uur in de advocatuur risico’s van overbelasting en belangenverstrengeling meebracht. Hoewel leidinggevenden op de hoogte waren van zijn opleiding en eerdere stages, had de ambtenaar voor de gewijzigde werkzaamheden wél expliciet toestemming moeten vragen. Het nalaten daarvan kwalificeerde als verwijtbaar gedrag, maar niet als zodanig ernstig dat ontslag op staande voet of het vervallen van de transitievergoeding gerechtvaardigd zou zijn. Wel werd het dienstverband beëindigd en de transitievergoeding verminderd ten opzichte van de eerdere uitspraak. Context: ambtenaren moeten nevenwerkzaamheden vooraf melden en mogen geen activiteiten ontplooien die botsen met hun gemeentelijke taken.