Advocatenorde: rechtsbescherming onvoldoende in wetsvoorstel gegevensvergaring openbare orde
In dit artikel:
De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) publiceerde op 23 september 2025 een wetgevingsadvies waarin zij stelt dat de rechtsbescherming onvoldoende is uitgewerkt in het wetsvoorstel "gegevensvergaring openbare orde". Het voorstel geeft burgemeester en politie de mogelijkheid om burgers te volgen via publiek toegankelijke bronnen, zoals sociale media, en verzamelde gegevens op te slaan na goedkeuring door de rechter‑commissaris in strafzaken.
De NOvA erkent dat de bevoegdheid een praktisch instrument kan vormen wanneer een burgemeester vreest voor een ernstige verstoring van de openbare orde of aanwijzingen daarvoor ziet. Tegelijkertijd wijst de Orde op meerdere knelpunten: onduidelijkheid over wanneer en hoe betrokkenen worden geïnformeerd (waarbij directe kennisgeving het doel van de maatregel kan ondermijnen), het onvermijdelijk meevergaren van gegevens van derden, en onvoldoende waarborgen voor die derden.
Verder becommentarieert de NOvA de keuze om de rechter‑commissaris (een strafrechterlijke toetsingsbevoegdheid) en de strafkamer als beroepsrechter in te schakelen; volgens de Orde is de bestuursrechter, die ervaring heeft met openbare‑ordebesluiten van burgemeesters, beter op zijn plaats. Ook signaleert de NOvA een samenhang met het wetsvoorstel tegen online aangejaagde openbare‑ordeverstoring die in de memorie van toelichting niet of nauwelijks wordt behandeld.
De NOvA doet concrete aanbevelingen om het wetsvoorstel aan te passen en aan te vullen — onder meer om duidelijkere informatieplichten, sterkere waarborgen tegen massa‑vergaring van gegevens en een passende toetsings‑ en beroepsregeling te verzekeren.